Misschien geef je de voorkeur aan het geven van kunstvoeding met de fles. Misschien heb je geen keuze en is het om redenen niet mogelijk voor jou om borstvoeding te geven.
Het kan zijn dat je een slechte ervaring hebt met voeden aan de borst met een eerder kindje.
Heb je heel kleine borsten, of juist hele grote, of ben je in het verleden geopereerd aan je borst, dan denk je mogelijk ook dat borstvoeding geven er voor jou niet in zit.
Gelukkig hebben we in Nederland de mogelijkheid om op een verantwoorde manier kunstvoeding te geven.

Twijfel je nog of heb je vragen en weet je niet wat in jou situatie de beste keuze is? Dan denk ik graag met je mee. Neem dus gerust contact op.

Is kunstmatige zuigelingenvoeding nou echt anders dan borstvoeding?
Ja, de samenstelling en de manier van toedienen verschillen erg van elkaar. Ook in het lijfje van de baby zijn verschillende effecten zichtbaar, vooral in de darmen. De bacteriestammen in de darmen van een baby die borstvoeding krijgt zijn wezenlijk anders dan die in de darmen van de baby die kunstvoeding krijgt.

Moedermelk is dé voeding voor jouw baby: helemaal afgestemd op leeftijd en behoefte van jouw kind.
Hieronder twee opnames van kunstvoeding en moedermelk onder de microscoop. De verschillen zijn duidelijk: Opvallend zijn de verschillende soorten levende cellen in moedermelk.

Kunstvoeding:

Moedermelk:

Heeft een baby die de fles krijgt andere behoeften dan een borstbaby?
De natuurlijke behoeften van een baby die kunstmatige zuigelingenvoeding krijgt zijn precies hetzelfde als die van een baby die de borst krijgt.
Voor alle baby’s is huidcontact van levensbelang!

Direct na de bevalling: Zorg dat jouw baby direct na de bevalling ongestoord tot aan zijn eerste voeding bloot bij jou mag liggen. Hij zal daardoor rustiger zijn, een betere hartslag en een betere ademhaling hebben. Ook zijn bloedsuiker blijft beter en hij ervaart minder stress. Hij ruikt je, hij voelt je, hij hoort je hartslag. Allemaal geruststellende zaken als je net het moederlijf hebt verlaten!

De eerste weken: De plek waar jouw baby zich het meest prettig voelt is bij jou, of bij je partner. Ook tussen de voedingen door vindt je baby het heerlijk om dicht bij je te zijn. Dit bevordert het natuurlijke hechtingsproces. De behoefte aan huidcontact blijft, ook in de eerste weken na de bevalling. De baby moet wennen aan het leven buiten de baarmoeder.
Hij kan gaan huilen op het moment dat je hem in de wieg wilt leggen. Dat is niet om jullie als ( soms vermoeide) ouders te plagen, maar uit een heel logische behoefte aan veiligheid en geborgenheid Zie ook het kopje “fopspeen, huilen, slapen, ritme” bij het gedeelte over borstvoeding.
Een baby kan zichzelf nog niet troosten of kalmeren, daar ben jij als vader of moeder voor nodig. Reageer op het huilen van je baby door hem op te pakken, te troosten en te wiegen. Dit zorgt er voor dat hij ook in zijn latere leven beter bestand zal zijn tegen stress en tegenslagen.
Ook baby’s die flesvoeding krijgen zijn vaak onrustig tussen 17.00 en 22.00. Het lijkt wel of ze steeds honger hebben. In ieder geval is het lastig om je baby weg te leggen!
Is je baby onrustig, neem hem dan bij je, wieg en knuffel hem, praat of zing met hem of draag hem op je lijf in een draagdoek. Zuigen ontspant een baby. Is het tijd voor een voeding, dan is dat uiteraard het antwoord. Is dat niet mogelijk dat kan je ook een vinger of een speen aanbieden.

Behoefte aan voeden op verzoek
Het maagje van een jonge baby is maar klein. Om die reden voelen ze zich het best bij kleine, frequente voedingen. Vanwege de energie die door de relatief grote hersentjes van een baby wordt verbruikt, zijn nachtvoedingen ook voor een baby die kunstvoeding krijgt belangrijk.
Voeden op verzoek is heel logisch bij borstgevoede baby’s. Maar ook kinderen die kunstvoeding krijgen willen het liefst zelf bepalen wanneer en hoeveel ze eten. Eigenlijk net als wij als volwassenen…..
Bij kunstvoeding is het zaak om je baby niet te veel en te grote voedingen ineens te geven. Een babymaag in rust heeft de inhoud van een gebald vuistje. Zijn comfortabele maaginhoud groeit de eerste week van de grootte van een dikke erwt naar een pingpongbal.
Zou je te vroeg starten met te grote voedingen dan ligt het gevaar van overvoeding op de loer. Het maagje raakt gewend aan een grotere rek, waardoor het moment van verzadiging steeds moeilijker gevoeld wordt. Op latere leeftijd kan dit leiden tot overgewicht.
Ook een baby die de fles krijgt geeft hongersignalen af:

  • licht slapen, je ziet dan de oogjes bewegen, je baby wordt wat onrustiger
  • smakken met de lipjes, likken met de tong
  • handjes naar de mond bewegen
  • huilen is ook een (laat) hongersignaal, maar het is beter al voor die tijd te reageren!

Voeden op verzoek bij een baby die kunstvoeding krijgt
Een baby die vanaf zijn eerste dag kunstmatige zuigelingenvoeding krijgt, start meestal met 10 cc per voeding, iedere drie uur.
Dit is afhankelijk van de leeftijd en het gewicht bij geboorte ( een te vroeg geboren kind zal minder kunnen drinken en een zware baby moet misschien iets meer)
Gemiddeld hoogt de kraamverzorgende in overleg met de verloskundige de voeding elke dag met 10 cc op, te beginnen bij de laatste avondvoeding.
Wanneer je baby te veel krijgt kan hij gaan spugen. Als hij te weinig krijgt kan hij de hele dag mopperen. Overleg dan met de verloskundige.
Kijk goed naar jouw baby! De gemiddelde baby bestaat niet, dus het voeden van een baby is ook altijd maatwerk.
Geeft je baby aan dat hij genoeg heeft gehad, probeer dan niet koste wat het kost de fles leeg te laten drinken.
Net als bij borstgevoede baby’s drinken baby’s die kunstvoeding of moedermelk met de fles krijgen meestal tussen de 70 en 120 cc per voeding. Dit is een hoeveelheid die prettig aanvoelt voor een kind.
Over de dag merk je vast dat je baby niet iedere keer even veel drinkt. Net als jij willen ze graag de ene keer meer dan de andere keer. Drinkt je baby een keer minder, dan mag hij de volgende voeding best wat meer als hij dat wil. Op die manier kom je ook bij een baby die de fles krijgt tegemoet aan de wisselende behoefte aan voeding.

Je kunt aanhouden dat een baby ongeveer om de drie uur een fles krijgt, maar geeft je baby aan eerder te willen of later, dan kan dat ook. Als richtlijn houden we aan dat een baby lekker moet groeien voordat hij mag bepalen wanneer hij eet. Tot die tijd sturen we een beetje op minimaal iedere drie uur en ’s nachts maximaal vijf uur tussen twee voedingen.

Kunstvoeding is prima, maar het is niet een lichaamseigen voeding zoals moedermelk. Daarom mag je baby niet een onbeperkte hoeveelheid kunstvoeding.
We hanteren daar in grote lijnen een rekensom voor die rekening houdt met de leeftijd en het gewicht van je kind.
Voor de eerste drie maanden is dat ongeveer 150 ml voeding per kilo kind per 24 uur verdeeld over het aantal voedingen.
Dus: als je baby 4000 gram weegt ongeveer 600 cc ( want 4 keer 150 = 600) per 24 uur. Dat zijn 6 voedingen van 100, 7 van 85 of 8 van 75 ). Wil jouw kind veel minder of veel meer drinken, overleg dan even met het consultatiebureau.

Voeding geven met een fles is anders dan borstvoeding. Toch kan je met de fles wel rekening houden met de behoeften van je baby!
Bij de meeste flessen hoeft een baby weinig moeite te doen voor de voeding; hou de fles op de kop en de voeding loopt er langzaam uit! Aan de borst is dat veel minder ( zou je soms niet denken als je lekkende borsten hebt…). Dan moet een kind werken om zijn voeding te laten stromen. Een fles is vaak sneller leeg dan de tijd die je baby nodig heeft om zijn zuigbehoefte te bevredigen. Huilen na een voeding is dan het gevolg.

Adviezen om op een zo natuurlijk mogelijke manier de fles te geven:

  • Een baby die de fles krijgt gedijt ook het best met huidcontact! Voed daarom ook met de fles regelmatig bloot op bloot! En vergeet niet oogcontact te maken met je kind.
  • Kijk of je baby de melkstroom uit de fles goed kan beheersen. Geluiden alsof hij tegen de klippen op moet drinken, smakken en verslikken horen niet bij een prettige flesvoeding. Mogelijk is je speen voor een ouder kindje: kies een speen voor een pasgeborene, vaak aangeduid als zodanig of met een “0” of een “1”, of “slow- flow”.
  • Draai de dop goed op de fles. Goed afsluiten zorgt dat de melk minder snel stroomt.
  • Houd je baby zo rechtop mogelijk. In deze houding loopt de fles niet automatisch leeg maar moet de baby actief zuigen. Je kan de baby rechtop tegen je opgetrokken knieën houden, of rechtop in je arm of rechtop in zijwaartse houding tegen je borst.
  • Laat de baby zelf aanhappen: strijk met de speen over zijn bovenlip en wacht op een grote hap. Bij een baby die ook aan de borst gaat is het goed om even te laten zuigen zonder melk in de speen. Op die manier leert de baby dat er eerst even gewerkt moet worden voordat de melk gaat stromen. Dit voorkomt frustratie als de baby weer de borst krijgt.
  • Houd tijdens het voeden de fles horizontaal, met de speen net gevuld. Zo kan je baby zelf grip houden op de melkstroom.
  • Let op de signalen die je baby geeft: wordt hij onrustig, fronst hij, wappert hij met de handjes: kantel de fles zo dat er geen melk meer in de speen is en laat de speen in de mond. Het gaat hem waarschijnlijk te snel, en hij moet even bijkomen. Zodra hij rustig ademt, bied je weer wat melk aan.
  • Is de fles toch nog te snel leeg, en gaat je baby huilen, troost, wieg, praat, knuffel of bied nog even een vinger of een speen aan.
  • Bij baby’s die zich toch snel verslikken, kan het handig zijn in zijligging te voeden. De baby ligt dan op zijn zij, met zijn rug tegen jouw buik. De melk komt dan eerst in zijn wangzak, waardoor hij makkelijker grip houdt.
  • Er is geen “beste” fles: de beste fles is die waar jouw baby het lekkerst uit drinkt. Loop je tegen problemen aan, dan wordt over het algemeen een fles met een smalle hals, en dus een smalle speen, makkelijker verdragen dan een brede fles met een brede speen.

Maakt het uit welke kunstmatige zuigelingenvoeding ik geef?
Een pasgeboren baby moet een zogenaamde “nummer 1” voeding hebben. Dit is een voeding voor baby’s tot een half jaar.
Het heeft geen meerwaarde om te starten met een bijzondere voeding ( voeding voor hongerige baby’s, hypoallergene voeding of dieetvoeding). Overleg met je verloskundige als jullie als ouders bekend zijn met allergieën. In dat geval kan het nuttig zijn te starten met een hypoallergene nummer 1 voeding.

Welk merk kunstmatige zuigelingenvoeding is het best voor mijn baby?
In Nederland staan alle melkvoedingen onder strenge controle. Dat maakt alle voedingen in principe veilig, ongeacht het merk.
Prijsverschillen worden veroorzaakt door het onderzoek dat er door de diverse fabrikanten wordt gedaan. Kies wat bij jullie past, qua verkrijgbaarheid, prijs of ervaringen. Wissel echter niet iedere week van merk, daar kan een baby erg onrustig van worden.